Verken de gezondheids- en veiligheidswetten op de werkplek in België
Belgische gezondheids- en veiligheidswetten zijn voornamelijk gebaseerd op de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet) en de Codex over het welzijn op het werk. Deze wetten vormen een uitgebreid kader voor de verantwoordelijkheden van werkgevers en de rechten van werknemers op de werkplek.
Onder de Welzijnswet hebben werkgevers uitgebreide verplichtingen. Ze moeten gevaren op de werkplek identificeren en preventieve maatregelen implementeren. Er wordt een hiërarchie van beheersmaatregelen gebruikt, waarbij eliminatie, substitutie, technische beheersmaatregelen, administratieve beheersmaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) prioriteit krijgen. Werkgevers zijn ook verplicht om interne en/of externe diensten voor bescherming en preventie op te richten, bemand door gekwalificeerde professionals. Ze moeten werknemers uitgebreide veiligheidsinformatie en training geven die relevant is voor hun taken. Dit moet gebeuren bij indiensttreding en periodiek gedurende het dienstverband. Werkgevers zijn ook verplicht om noodplannen te ontwikkelen, inclusief brandontruiming, eerste hulp en het omgaan met ernstige/onmiddellijke gevaren. Ze moeten ook de betrokkenheid van werknemers bij gezondheids- en veiligheidsbesluitvorming vergemakkelijken via comités voor preventie en bescherming.
Belgische werknemers hebben het recht om taken te weigeren als ze geloven dat er sprake is van ernstig en onmiddellijk gevaar, zonder gevolgen. Ze hebben het recht om volledig geïnformeerd te worden over de risico's op de werkplek en de maatregelen die zijn genomen om hen te beschermen. Werknemers kunnen deelnemen aan de besluitvorming over gezondheid en veiligheid via comités voor gezondheid en veiligheid. Werknemers hebben ook de verantwoordelijkheid om veiligheidsprocedures te volgen, PBM te gebruiken en gevaren te melden.
Bepaalde sectoren of activiteiten in België hebben aanvullende of strengere gezondheids- en veiligheidsbepalingen. Bijvoorbeeld, gedetailleerde regelgeving dekt het ontwerp van de werkplek, het gebruik van apparatuur, valbeveiliging en meer in de bouwsector. Werkgevers in de chemische sector moeten gevaarlijke chemicaliën classificeren, labelen en beheren, en veiligheidsinformatiebladen verstrekken. Jonge werknemers mogen bepaalde gevaarlijke taken niet uitvoeren. Werkgevers moeten specifieke risicoanalyses uitvoeren en verbeterd toezicht bieden voor hen.
De Directie-Generaal Humanisering van de Arbeid is verantwoordelijk voor de handhaving van gezondheids- en veiligheidswetten. Ze hebben inspectiebevoegdheden en kunnen waarschuwingen, boetes of bevelen tot werkstaking uitvaardigen in geval van overtredingen. De Belgische gezondheids- en veiligheidswetgeving is complex en voortdurend in ontwikkeling. Werkgevers moeten altijd de volledige wetteksten raadplegen en indien nodig deskundig advies inwinnen.
In het domein van arbeidsgezondheid en -veiligheid (OHS) volgen werkgevers een systematische aanpak voor het identificeren en beheersen van gevaren. Dit is in lijn met de Welzijnswet, die het gebruik van een hiërarchie van beheersmaatregelen van eliminatie tot persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voorschrijft. Risicobeoordelingen zijn ook verplicht voor bepaalde activiteiten zoals handmatig tillen en het gebruik van chemicaliën.
Een Dynamisch Risicopreventieplan is een document dat het algemene OHS-plan, het beleid, de doelen en de te nemen acties van een organisatie beschrijft. Dit is verplicht volgens de Welzijnswet. Op nationaal niveau werkt België met een meerjarig Globaal Preventieplan dat de OHS-prioriteiten en -doelstellingen vaststelt.
Het Codex over het Welzijn op het Werk biedt gedetailleerde specificaties voor werkruimtes, machines, elektrische installaties en persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze specificaties bestrijken aspecten zoals ventilatie, verlichting, temperatuur, geluid, ergonomie, veiligheidsvoorzieningen, onderhoudsvereisten en normen om elektrische gevaren te voorkomen.
België heeft robuuste regelgeving om specifieke gevaren aan te pakken, zoals chemische veiligheid, biologische agentia, psychosociale risico's en fysieke gevaren. Werkgevers zijn verplicht om gevaarlijke stoffen te classificeren, te etiketteren en te beheren, en veiligheidsinformatiebladen (SDS) te verstrekken volgens de CLP-verordening van de Europese Unie. Werk met biologische agentia wordt geclassificeerd en vereist specifieke beheersmaatregelen afhankelijk van het risiconiveau. Werkgevers moeten ook factoren zoals werkdruk, werkstress, pesterijen en geweld beoordelen en aanpakken, die bijdragen aan werkgerelateerde stress.
Werkgevers zijn verplicht om een interne arbeidsgezondheidsdienst op te richten of een contract af te sluiten met een externe dienst. De functies van deze diensten omvatten gezondheidsbewaking van werknemers op basis van risicobeoordelingen, werkplekbeoordelingen en advies over gezondheidsrisico's, eerste hulp en noodvoorbereiding, en bevordering van het welzijn van werknemers.
In bedrijven met 50+ werknemers zijn Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) verplicht. Deze comités bestaan uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, en faciliteren de dialoog over OHS-aangelegenheden. Werknemers moeten ook geïnformeerd worden over gevaren en de mogelijkheid krijgen om input te geven over OHS-beslissingen.
Werkplekinspecties in België worden voornamelijk uitgevoerd door de Sociale Inspectie, een onderdeel van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Deze inspecties richten zich op naleving van de Welzijnswet en Codex, sectorspecifieke regelgeving, risicovolle werkplekken en het reageren op klachten.
Het inspectieproces omvat doorgaans een kennisgeving, een onderzoek ter plaatse, een rapport en handhavingsmaatregelen. Inspecties kunnen onaangekondigd zijn, maar werkgevers kunnen in bepaalde gevallen vooraf op de hoogte worden gesteld. Het onderzoek ter plaatse omvat een rondleiding door de werkplek, onderzoek van apparatuur en processen, beoordeling van documentatie en interviews met werkgevers en werknemers. De inspecteur stelt vervolgens een rapport op waarin bevindingen worden beschreven, eventuele overtredingen worden genoteerd en corrigerende maatregelen worden aanbevolen. Handhavingsmaatregelen kunnen variëren van waarschuwingen tot boetes of zelfs werkonderbrekingsbevelen in geval van ernstige of herhaalde niet-naleving. Werkgevers hebben het recht om sancties aan te vechten.
België hanteert een risicogebaseerd inspectiemodel. De frequentie van inspecties varieert op basis van bedrijfsomvang en sector, risicobeoordeling en nalevingsgeschiedenis. Grotere bedrijven en risicovolle sectoren worden vaker gecontroleerd. Werkplekken met aanzienlijke geïdentificeerde gevaren vereisen vaker beoordelingen. Bedrijven met een slechte nalevingsgeschiedenis kunnen rekenen op verhoogde inspectiecontrole.
Werkgevers moeten plannen ontwikkelen en implementeren om tekortkomingen die tijdens inspecties zijn geïdentificeerd aan te pakken, binnen de door de inspectie gestelde deadlines. Inspecteurs kunnen terugkeren om te bevestigen dat corrigerende maatregelen zijn genomen zoals voorgeschreven. Gevallen van aanzienlijke of opzettelijke niet-naleving kunnen leiden tot juridische procedures en financiële sancties.
Werknemers of hun vertegenwoordigers hebben het recht om inspecteurs te vergezellen tijdens een werkplekinspectie. Inspecteurs zijn verplicht vertrouwelijkheid te bewaren met betrekking tot gevoelige informatie die zij verkrijgen.
Werkongevallen zijn een ernstige zaak en vereisen onmiddellijke aandacht. Werkgevers zijn wettelijk verplicht om elk werkongeval dat resulteert in minstens één dag arbeidsongeschiktheid (exclusief de dag van het ongeval) te melden aan hun arbeidsongevallenverzekeringsmaatschappij. Deze melding moet worden ingediend op een standaardformulier dat door de verzekeringsmaatschappij wordt verstrekt, met details over het ongeval, de gewonde werknemer en de omstandigheden rond het incident.
"Ernstige" werkongevallen, zoals gedefinieerd in de Belgische wetgeving, vereisen een grondig onderzoek. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Technische Inspectie van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, en de interne en/of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Het doel van het onderzoek is om de oorzaken van het ongeval te bepalen, eventuele tekortkomingen in veiligheidsmaatregelen te identificeren en aanbevelingen te doen om soortgelijke ongevallen in de toekomst te voorkomen.
Werknemers die gewond raken bij werkongevallen in België hebben recht op een vergoeding. Dit dekt doorgaans medische kosten, gederfde lonen als gevolg van tijdelijke of permanente arbeidsongeschiktheid, en pijn en lijden (onder specifieke voorwaarden). Vergoeding voor werkongevallen in België wordt voornamelijk verstrekt via een verplichte verzekeringsregeling. Werkgevers betalen premies aan arbeidsongevallenverzekeringsmaatschappijen, en deze maatschappijen zijn verantwoordelijk voor het uitkeren van vergoedingsuitkeringen aan gewonde werknemers.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke procedures en vereisten enigszins kunnen variëren afhankelijk van de sector en de betrokken verzekeringsmaatschappij. Werkgevers dienen altijd te overleggen met hun verzekeringsmaatschappijen en juridische adviseurs om volledige naleving van de regelgeving rond de melding, het onderzoek en de vergoeding van werkongevallen te waarborgen.
We zijn hier om u te helpen bij uw wereldwijde wervingsreis.